Zijlstra’s onbewoonde eiland

Posted in Artikelen & Actueel Nieuws

ZIJLSTRA’S ONBEWOONDE EILAND
Dane Beerling 17/5/2013
Staatssecretaris Zijlstra van de VVD vroeg de 150 Kamerleden zich voor te stellen dat zij allen op een boot zaten en dat hun boot zonk en zij op een onbewoond eiland terecht waren gekomen. Hoe het kwam dat de boot zonk maakte hij niet duidelijk.
In zijn fantasie stelde hij voor dat op dat onbewoonde eiland ze een nieuwe maatschappij oprichtten. Eén zonder toeslagen en uitkeringen, en waar ieder van hen zijn/haar eigen broek ophield, alleen de veiligheid en gezondheid werd door de onbewoond eilandoverheid gewaarborgd. Huizen werden zelf gebouwd en Wilders en Pechtold worden naaste buren.
Om aan voedsel te komen kon je trottoirtegels lichten (waar komen die in godsnaam vandaan?), en op de open plekken allerlei planten zaaien.
Zo zou het ook met Nederland moeten gaan, aldus Zijlstra.
Hoe idyllisch…
Een Kamerlid vroeg hem of er ook illegalen op dat eiland waren. Zijlstra: ‘Dat weet ik niet, want je ziet ze niet hè?’
De VVD maakte in de tijd vóór de onbewoonde eilandperiode dus jacht op spóken? Een van die ‘onzichtbaren’ vertelde dat ie van z’n gevangenschap af wilde door te hongerstaken, wat voor een tiental leden van een niet-ambtelijke bijstandsteam (een soort ME-team), reden was om hem met stokken af te ranselen en vervolgens in een isoleercel te stoppen.

Ik begrijp uit Zijlstra’s onbewoonde eilandverhaal dat hij en zijn 150 Kamerleden het, midden in een crisis bevindende, Nederlandse volk de rug toekeerden en alleen met hun eigen belangen bezig gingen?

Zo voorgeschoteld bracht Zijlstra’s verhaal me al meteen terug naar het voormalige Nederlands-Indië dat al langer in een crisis verkeerde en bovendien in oorlog met Japan als gevolg van de oorlogsverklaring van Koningin Wilhelmina aan dat land. Eind februari 1942 vindt dan een treffen in de Javazee plaats tussen de Japanse vloot en die van Nederlands-Indië samen met Amerikaanse, Australische en Engelse schepen. De leiding over de geallieerde vloot is in handen van de Nederlandse commandant Schout-bij-nacht Karel Doorman.
Terzijde: Volgens Pauw en Witteman heeft Zijlstra van die zeeslag een studie gemaakt. Bij dat duo deed Zijlstra verslag van de vrucht van zijn studie die er op neer kwam dat de Amerikanen, Australiërs en Engelsen destijds de benen hadden genomen.
Nota bene: commandanten van de geallieerden werden voor hun aandeel in “De slag in de Javazee” opgenomen in de Militaire Willems-orde voor door hen betoonde moed, beleid en trouw!

Laat ik ook fantaseren. Het is februari 1942 en we bevinden ons in Nederlands-Indië. De geallieerde vloot, onder leiding van Schout-bij-nacht Karel Doorman, stoomt op en gaat de Japanners in de Javazee tegemoet. Onder het Nederlandse deel van de geallieerde vloot is ook het schip van ene Zijlstra met zo’n 150 opvarenden. “All ships follow me!”, seint Doorman. Natuurlijk geven alle schepen aan dat bevel gevolg, behalve dat van Zijlstra. Doorman geeft meteen het bevel om Zijlstra’s schip te torpederen. En met succes. In de buurt van het onbewoonde eiland “Onrust” (eiland voor de kust van Java in die tijd) zinkt het vluchtende schip. Zijlstra en de zijnen verlaten het en zwemmen naar “Onrust” en komen er behouden aan, waarna een heel nieuwe Nederlandse geschiedenis een aanvang neemt.

De trottoirtegels werden tenslotte door ‘Inlanders’ van een naburig eiland geleverd.