INDIËGESCHIEDENIS bij Pauw en Witteman
door Dane Beerling, 17 februari 2012
(Naar VARA gestuurd en naar de stichting die de herdenking van De slag in de Javazee organiseert). Naar De Volksrant met als inleiding:
Geachte redactie,
Naar aanleiding van het TV-programma van de VARA Pauw en Witteman van 15 februari jl., met name het gesprek over het theaterstuk “Daar werd wat groots verricht” van Diederik van Vleuten, plaatste ik mijn bijgaande reactie Indiëgeschiedenis bij Pauw en Witteman op mijn website www.tjaberawit.nl. Een niet onbelangrijke passage in Indiëgeschiedenis bij Pauw en Witteman gaat over het volkomen verzwijgen van het bestaan van meer dan 260.000 Europeanen, die van gemengde bloede, ook Indo’s genoemd, en van de vele miljoenen Indonesiërs, Nederlandse onderdanen die destijds ‘inlanders’ heetten. De slag in de Javazee, de strijd van de geallieerde vloot tegen het Japanse eskader in de Javazee, zo werd bij Pauw en Witteman gesteld, had tot doel de bescherming van de ongeveer 150.000 Europeanen, dus volbloed Hollanders, Totoks genoemd. In uw artikel in Uitgelicht zegt Van Vleuten dat hij, in zijn naïviteit geen rekening heeft gehouden met de Indische gemeenschap (dus de gemengdbloedige Europeanen, de Indo’s). “Die hele tamtam kende ik niet”, zegt hij letterlijk in Uitgelicht. Zó naïef is Diederik van Vleuten dus niet, want uit zijn weinig fraaie “Die hele tamtam kende ik niet” blijkt dat een flink deel van zijn ‘superieure’ genen afstammen van zijn Hollandse koloniale voorouders en ouders.
Indiëgeschiedenis bij Pauw en Witteman
In het programma Pauw en Witteman van 15 februari 2012 ging het onder meer over De slag in de Javazee in het theaterstuk Daar werd wat groots verricht gemaakt door Diederik van Vleuten. Die zeeslag tussen een Japans eskader en een uit geallieerde schepen samengestelde vloot onder commando van Schout bij nacht Karel Doorman, vond tenslotte plaats in de late namiddag van 27 februari 1942, op mijn achtste verjaardag, en duurde tot in de nachtelijke uren voort.
Die middag stond ik in de achtertuin naar een luchtgevecht te kijken tussen een Japans vliegtuig en een vliegtuig van de luchtmacht van Indië. Totdat m’n moeder me daar wegsleepte en me bij haar onder het ijzeren ledikant stopte samen met mijn broertjes en zusjes vanwege het gevaar van verdwaalde kogels.
De geallieerden, Amerikanen, Australiërs, Britten en Nederlanders, schatten de Japanse vloot als buitengewoon machtig en feitelijk niet te verslaan. Toch gaf viceadmiraal Conrad Helfrich van de Nederlands-Indische Marine aan Doorman de opdracht de Japanse vloot ‘te vernietigen’. Karel Doorman wist wel beter: even daarvoor had hij aan familie in Alexandrië geschreven dat hij hen pas in het hiernamaals zou terugzien.
Dit even bij wijze van intro.
Tijdens de bijeenkomst bij Pauw en Witteman werd door Van Vleuten verteld dat die slag noodzakelijk was om de Europeanen in Indië te beschermen.
Hoeveel waren dat er?, werd gevraagd. Het antwoord: Zo’n 150.000 of misschien 200.000. Maar in werkelijkheid waren dat er ongeveer 160.000 tot 180.000. Dat wil zeggen als we onder de term Europeanen alleen de Hollanders verstaan, of, ook gebruikelijk in die tijd, de Totoks. Van Vleuten had zich niet alleen moeten laten leiden door de kronieken van zijn voorouders, Hollanders die drie generaties lang in Indië hadden verbleven, maar zich ook moeten verdiepen in de geschiedenis van Indië als geheel. Onder Europeanen werden daar vanaf rond 1900 ook de Indo-Europeanen gerekend. En als je die Europeanen telt bij het aantal van Van Vleuten, waren dat er in totaal ongeveer 260.000 Indo-Europeanen en ongeveer 180.000 volbloed-Europeanen (Hollanders/Totoks) is samen tenminste 440.000 Europeanen die beschermd moesten worden. Een ‘vergissing’ die tekenend is voor tempo doeloe, maar nu allang niet meer, dacht ik. Van Vleuten had die ‘vergissing’ gemakkelijk kunnen voorkomen. Nog schrijnender was en is dat bij Pauw en Witteman gezwegen werd over de vele miljoenen andere onderdanen van Nederland, de ‘Inlanders’. Moesten die niet beschermd worden? Als gevolg van de oorlogsverklaring aan Japan van Nederlands-Indië namens koningin Wilhelmina en haar regering in ballingschap in Engeland, wachtten de Europese, de Indo-Europese en ook de ‘Inlandse’ onderdanen van Nederland een beroerde bejegening van de Japanners. Daar kon je vergif op innemen. Zo’n 120.000 Europeanen en 60.000 Indo-Europeanen, waaronder vrouwen en kinderen, werden in z.g. ‘Jappenkampen’ ondergebracht in Indië maar (mannen) ook elders zoals in Japan zelf, waarbij velen de dood vonden. Vele duizenden ‘Inlanders’ werden door de Japanners als slaven tewerk gesteld en stierven als ratten.
Onder de aanwezigen bij Pauw en Witteman was ook de zoon van Karel Doorman, die tijdens De slag in de Javazee zes jaar oud was. Zijn schrijnende verhaal leidde opnieuw naar de vraag hoe het zat met die slag. De blikken richtten zich op Staatssecretaris Drs. H. Zijlstra, een van de andere gasten van Pauw en Witteman. U heeft er een studie van gemaakt, hè?, vroeg het duo. Bescheiden glimlachend gaf Zijlstra zijn visie op het verloop van die slag, die kwam er op neer dat de Hollandse bemanningen heldhaftig hadden gevochten, maar de Amerikanen, Australiërs en Engelsen niet. Die hadden zich al snel aan de strijd onttrokken. Ik weet niet bij wie Zijlstra zijn kennis heeft vergaard, maar die bron lijkt me een slechte. Of, wat natuurlijk ook kan, Zijlstra was een domme leerling. Want dat de Amerikanen, Australiërs en Engelsen waren gevlucht is een pertinente onjuistheid! Bijvoorbeeld werden de bij De slag in de Javazee omgekomen commandant van de USS Houston, Albert Harold Rooks en Edward Parker, commandant van de 59e Divisie torpedojagers van de Amerikaanse marine, voor hun moed, beleid en trouw in de Militaire Willems-orde opgenomen.
En nog even dit: de Japanse vloot was praktisch even groot als de geallieerde, het verschil gold voornamelijk het aantal verkenningsvliegtuigen van de Japanners die bij de strijd betrokken waren, maar vooral ook dat de Japanners over lange afstand torpedo’s beschikten.
Tot slot. Er zijn uitstekende bronnen te over om uw historische kennis van de Nederlandse geschiedenis en dus die van Nederlands-Indië op te vijzelen en zo te vergroten, de bronnen Van Vleuten en Zijlstra horen daar niet bij.
……………………..
